Deze techniek wordt met name gebruikt als er veel tractie op het weefsel staat of bij een zeer fragiele huid. Doordat de krachten op de huid beter worden verdeeld zal deze minder snel inscheuren. De verticale matrashechting, ook wel Donati hechting genoemd, staat haaks op de huid (in tegenstelling tot de horizontale matrashechting) en wordt met name gebruikt om wonden onder spanning everterend te sluiten. Beide hechtingen kunnen worden afgeknoopt met een chirurgische knoop.
Als blijkt dat je weefsel mist om de wond te kunnen sluiten (door excisie of traumatisch letsel) kun je de dermis los preparen van de onderlaag (subcutis) om zo de huid wat te kunnen mobiliseren. Deze techniek wordt ook wel ondermijnen genoemd:
TIP: Let er bij het ondermijnen van de huid wel op dat je niet te diep (blind) onder de huid prepareert, dit om schade aan bloedvaten, zenuwen en andere structuren te voorkomen. Let op: bij naevus-excisie niet ondermijnen.
De Nederlandse richtlijn meldt dat bij het uitvoeren van een vaginale kunstverlossing het plaatsen van een adequate primaire mediolaterale episiotomie sterk overwogen moet worden en alleen achterwege gelaten kan worden wanneer het risico op een totaalruptuur als laag wordt ingeschat.
Dit is gebaseerd op de meest recente Cochrane review over dit onderwerp. Hieruit blijkt dat een restrictief beleid (alleen episiotomie op indicatie) een lager risico op klinisch belangrijke morbiditeit met zich meebrengt dan routinematig plaatsten van een episiotomie:
Er wordt geen verschil gevonden in de incidentie van pijn, dyspareunie en urine-incontinentie bij follow-up.
Bij een restrictief beleid is er een verhoogd risico op anterior perineaal trauma; RR 1.84 (95% BI 1.61-2.10), dit gaat echter gepaard met minder morbiditeit dan posterior perineaal trauma.
De betrokken organisaties zijn: KNOV (Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen), LHV (Landelijke Huisartsen Vereniging) waaronder ook de verloskundig actieve huisartsen (verenigd in de VVAH), NVOG (Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie), NVK (Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde) en NVVP (Nederlandse Vereniging voor Pathologie).