Bekijk of jouw beroepsvereniging onze Basic Surgical Skills cursus geaccrediteerd heeft.
Niet alle traumatische wonden hoeven altijd te worden gesloten.
Met name wonden die veroorzaakt zijn door mensen- of dierenbeten worden, in verband met een sterk verhoogd risico op ontsteking, na het uitwassen in de regel opengelaten.
Dit met uitzondering van het aangezicht. Hier kunnen enkele approximerende hechtingen worden geplaatst. Bij een beet in het aangezicht is ook laagdrempelig overleg met de plastisch chirurg aan te bevelen.
Kattenbeten hebben met name een hoog risico op ontsteking (40-80%). Ontsteking na een kattenbeet wordt nogal eens veroorzaakt door een vrij zeldzame bacterie, de Pasteurella multocida. Een infectie hierdoor wordt gekenmerkt door het binnen 24 uur optreden van roodheid, warmte en pijn rond het wondgebied.
Preventief dient er dan bij dit soort verwondingen met antibiotica te worden gestart volgens het lokale ziekenhuisprotocol of kijk op richtlijnen swab.
Tip: Denk bij kattenbeten (lange dunne tanden) in de hand ook aan verborgen peesletsels en de kans op het ontwikkelen van een panaritium tendineum.
Achtergrond informatieDe Nederlandse richtlijn meldt dat bij het uitvoeren van een vaginale kunstverlossing het plaatsen van een adequate primaire mediolaterale episiotomie sterk overwogen moet worden en alleen achterwege gelaten kan worden wanneer het risico op een totaalruptuur als laag wordt ingeschat.
Dit is gebaseerd op de meest recente Cochrane review over dit onderwerp. Hieruit blijkt dat een restrictief beleid (alleen episiotomie op indicatie) een lager risico op klinisch belangrijke morbiditeit met zich meebrengt dan routinematig plaatsten van een episiotomie:
Er wordt geen verschil gevonden in de incidentie van pijn, dyspareunie en urine-incontinentie bij follow-up.
Bij een restrictief beleid is er een verhoogd risico op anterior perineaal trauma; RR 1.84 (95% BI 1.61-2.10), dit gaat echter gepaard met minder morbiditeit dan posterior perineaal trauma.
De betrokken organisaties zijn: KNOV (Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen), LHV (Landelijke Huisartsen Vereniging) waaronder ook de verloskundig actieve huisartsen (verenigd in de VVAH), NVOG (Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie), NVK (Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde) en NVVP (Nederlandse Vereniging voor Pathologie).