De Nederlandse richtlijn meldt dat bij het uitvoeren van een vaginale kunstverlossing het plaatsen van een adequate primaire mediolaterale episiotomie sterk overwogen moet worden en alleen achterwege gelaten kan worden wanneer het risico op een totaalruptuur als laag wordt ingeschat.
Dit is gebaseerd op de meest recente Cochrane review over dit onderwerp. Hieruit blijkt dat een restrictief beleid (alleen episiotomie op indicatie) een lager risico op klinisch belangrijke morbiditeit met zich meebrengt dan routinematig plaatsten van een episiotomie:
Er wordt geen verschil gevonden in de incidentie van pijn, dyspareunie en urine-incontinentie bij follow-up.
Bij een restrictief beleid is er een verhoogd risico op anterior perineaal trauma; RR 1.84 (95% BI 1.61-2.10), dit gaat echter gepaard met minder morbiditeit dan posterior perineaal trauma.
De betrokken organisaties zijn: KNOV (Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen), LHV (Landelijke Huisartsen Vereniging) waaronder ook de verloskundig actieve huisartsen (verenigd in de VVAH), NVOG (Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie), NVK (Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde) en NVVP (Nederlandse Vereniging voor Pathologie).