Wondmanagement

Het hoofdoel bij de behandeling van (open) wonden is:

  • het bereiken van een snelle genezing
  • met een optimaal functioneel en cosmetisch effect.

Na het onderzoek moet elke wond goed uitgespoeld worden. Dit kan met kraanwater, een fysiologische zoutoplossing (0,9%) of daarvoor geschikte desinfectans.

Als er – ondanks het uitspoelen van de wond – nog vuil is achtergebleven, dan kun je met behulp van een (50ml) spuit de wond beter uitspoelen.

Als dit niet voldoende blijkt, bijvoorbeeld door de aanwezigheid van grind of ander straatvuil, dan kun je de wond reinigen met een pincet of met een steriele nylon borstel of gaasjes.
Let op: verdoof in dit geval eerst de wond. Dat is wel zo patiëntvriendelijk.

Als de wonden rafelig zijn, is het van belang de wondranden bij te werken (bij te snijden) tot er een mooie wondrand van vitaal weefsel is ontstaan.

Herhaal hierna het spoelen nog meerdere malen.